Alles mislukt

Zoals eerder verschenen in TvPO 1 van 2022

Remco is een nieuwe patiënt in de praktijk, die voor het eerst op mijn spreekuur komt. Zijn dossier is nog niet bij ons aangekomen en ik kon mij niet ‘inlezen’, wat ik normaal wel doe. ‘Al jaren lukt er niets’, is zijn eerste zin. Als ik vraag wat allemaal niet lukt, stort hij zijn hart uit.

Remco is een nieuwe patiënt in de praktijk, die voor het eerst op mijn spreekuur komt. Zijn dossier is nog niet bij ons aangekomen en ik kon mij niet ‘inlezen’, wat ik normaal wel doe. ‘Al jaren lukt er niets’, is zijn eerste zin. Als ik vraag wat allemaal niet lukt, stort hij zijn hart uit.

‘Toen ik 16 was mislukte alles ook al. Ik ben nu 37 en het is allemaal niet veel anders. Ik heb geen baan, ik heb geen partner, ik heb geen vrienden en geen hobby’s. Ik kan niet sporten door een blessure en ben te zwaar. Ik heb een huis met een slechte huisbaas, het waait als ik op de bank zit’.

Als 16-jarige moest hij van school wisselen, hij spijbelde, dronk alcohol onder schooltijd en hij blowde erop los. Van vwo ging hij naar vmbo; vwo was dus ‘mislukt’. Het vmbo haalde hij wel en via een zijstap kwam hij op het hbo terecht. Het hbo maakte hij niet af, want hij had steeds conflicten met de docenten. ‘Ook mislukt.’

Ik vraag naar werk. ‘Nee, ze willen me nergens hebben. En waar ze me wel wilden hebben, tja daar waren ze me na korte tijd al zat, ook mislukt.’ In zijn stamkroeg heeft hij geen vriendschappen op kunnen bouwen. Maatschappelijk werk zocht naar leuke activiteiten, maar die zijn niet vol te houden. ‘Ik heb daar geen energie voor. Dan kan je er beter niet aan beginnen.’ Remco verlaat mijn kamer, ik blijf wat beduusd achter na al dit ‘ach en wee’.

‘Ik ben na het gesprek wat beduusd’

Na een paar dagen bestudeer ik het eindelijk binnengekomen dossier. Er zijn al heel wat hulpverleners in actie gekomen en er zijn wat diagnoses. De diagnose PDD NOS (sinds 2013 niet meer te vinden in de DSM, de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) uit 2011 trekt mijn aandacht. Ik zal het de volgende keer met hem bespreken.

‘Nee dat is echt onzin, ik ben geen autist. Ik ben gewoon nérgens goed in, en als autist moet je toch ergens heel erg goed in zijn?’ Onrustig beweegt hij op zijn stoel heen en weer. ‘Dus jij wilt me ook niet helpen?’, snauwt hij me toe. Eerlijk gezegd word ik bang van hem. Of ik maak me ongerust over hoe druk hij zich maakt, dat kan ook. Ik leg uit dat je bij een autismespectrumstoornis (ASS) niet meteen moet denken aan de film Rain Man, waarin Dustin Hoffman iemand speelt met het savantsyndroom (iemand met autisme met een bijzonder geestelijk vermogen op één bepaald terrein). Autisme kan er heel verschillend uitzien. Ik vertel over de problemen die kunnen ontstaan op sociaal gebied, hoe het kan lopen met relaties en het hebben van interesses. Remco herkent hier niets van en geeft aan dat hij gewoon steeds pech heeft gehad. Hij staat op. ‘Als je er psychisch slecht aan toe bent krijg je hulp! Niemand wil mij helpen, ik ben zelfs te slecht in slecht zijn!’

Ik verwijs Remco terug naar de huisarts, ik kan zijn teleurstelling in de zorg (en in mij?) niet rechtbreien, ook ons contact gaat op de stapel ‘mislukt’.

Deel en volg!