Het leven is niet eerlijk

Zoals eerder verschenen in hey blad ‘de POH’ in maart 2020

‘Het is oneerlijk!’ zegt Sjaan, die ik nu ongeveer een half jaar zie in verband met een depressie. Het ging een tijdje goed met haar maar nu wordt ze weer somber. Ze baalt daar stevig van, hier was ze toch echt wel klaar mee. Sjaan heeft te kampen met lichamelijke ongemakken, en bevindt zich in de fase ‘late volwassenheid’ volgens de denker Erikson. Ze is 82, en terugblikken op het leven en welke persoon ze is geweest hoort daarbij. Dit resulteert vaak in het gevoel dat het leven de moeite waard was (of niet), maar dat is vandaag geen onderwerp van gesprek. Ook de existentiële vragen en worstelingen die hieruit voort kunnen komen, waren niet waar het vandaag over gaat.

Sjaan is al vanaf haar 36ste alleenstaand. Daar koos ze zelf voor, met haar echtgenoot ging het echt niet meer. Alle blikken en (voor)oordelen liet ze over zich heen gaan. Ze scheidde, voedde alleen haar kinderen op en ging aan het werk. Tot haar 72ste maar liefst. Er was geen sprake van alimentatie en extra uitkeringen, en de bijstand wilde ze echt niet in. Ze bikkelde, met trots en een duidelijk doel: de kinderen groot krijgen en ze kansen bieden. Elke dag droeg ze haar last op een bewonderingswaardige manier; keurig opgemaakt en met de haren in de krul!

Maar wat is er nu niet eerlijk? Niet het feit dat Sjaan hard moest werken, niet dat ze zielig is omdat ze alles altijd alleen moest doen. Het gaat erom dat Nederland en onze sociale structuur geen rekening houdt met dit soort mensen, die knokkend een bestaan en reserve hebben opgebouwd.  Sjaan kwam bij mij in verband met een stemmingsstoornis en dan ga je op zoek naar ‘zingeving’ buiten de standaard van ritme, regelmaat en een gezonde leefstijl. We hadden bedacht dat ze, met haar toenemende fysieke problemen een taxipas kon aanvragen om die zingeving op te zoeken. Zo zou ze ook eens bij haar zus, die buiten Amsterdam woont, op bezoek kunnen gaan.

Het leek een goed plan, maar helaas is deze voorziening alleen voor mensen onder een bepaalde inkomensgrens. Dit geldt voor haast alles, en eigenlijk wist ik dat wel. Veel ouderen leven op (of erg genoeg, vaak onder) de armoedegrens omdat ze net 20 euro boven de huur- en zorgtoeslaggrens zitten. Dit geldt dus ook voor vervoer in Amsterdam. Als je een beetje hebt gespaard als oudere – je moet ook nog begraven of gecremeerd worden, tenslotte- kom je nergens voor in aanmerking. Men kijkt naar wat erin komt en niet wat er uit gaat. Ik vind dat triest.

Voor Sjaan is het dubbel triest. Wij weten en kennen de consequenties, wij sparen precies genoeg en houden rekening met de grenzen voor subsidies en toeslagen. Sommigen stellen zelfs hun werktijden bij om onder de subsidiegrenzen te blijven. Iets waar ik een gruwelijke hekel aan heb. Met een normaal inkomen leefde ik een periode onder bijstandsniveau, omdat ik mezelf wilde redden. Net als Sjaan.

Het sociale stelsel is niet ingericht op dit soort situaties en ik voorspel dat er steeds meer ouderen gaan komen met deze problematiek. Sjaan heeft gelijk: het leven is niet eerlijk.

Deel en volg!